Google
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
                                                                  
Spreken Deelnemen aan gespreksvormen klas 1:

Deelnemen aan diverse gespreksvormen; bij onderwerp blijven, klas 1  

Een eerste klas zit in groepjes. De kinderen hebben hun stoeltjes gedraaid zodat ze naar de juf kunnen kijken die voor de klas op een kruk zit. Ze voeren een klassikaal gesprek.

 

Oriëntatie op het gesprek (fase 1)

 

 

Juf:

 

Gisteren heb ik een verhaal verteld van een meneer en mevrouw met een heleboel kindertjes. Maar wat was daar toch mee aan de hand? Wie weet dat nog? 

Waldemar:

 

Mevrouw Van het Een naar het Ander. Als die een verhaal ging vertellen of praten, ging ze van het een naar het ander.

Juf:

Kan je een voorbeeldje geven, Frans, van dat praten?

Frans:

Ja, toen zei mevrouw Van het Een naar het Ander: ‘Wat schijnt de zon mooi.’ En toen zei meneer Van het Een naar het Ander: ‘ Ja, ik heb gisteren nog een wasmachine gekocht.’ En toen zei de mevrouw weer: ‘Maar ik vind die koekjes toch lekkerder.’ (Gelach)

Juf:

Nou, ik vind dat je dat heel goed hebt onthouden. Weten jullie nog iets wat ik verteld heb?

 

(de kinderen halen nog meer terug van het verhaal dat gisteren is verteld)

 

Overgang van de oriëntatie (fase 1) naar de opdracht (fase 2), meteen aansluitend volgt het gesprek:

 

Juf:

Nou gaan we meneer en mevrouw Van het Een naar het Ander spelen. Jullie zijn allemaal kindertjes Van het Een naar het Ander en ik ben de juffrouw Van het Een naar het Ander. Gaan we eens kijken hoe dat gaat.

Ik begin met: Wat een mooie dag is het vandaag.

Bram:

De vlinders vliegen door de lucht.

Lyla:

Maar ik vind die koekjes toch lekkerder.

Thomas:

Maar ik vond de walvis veel mooier.

Rosalin:

De zon schijnt heel mooi.

Anna:

Ik moet 't dekbed, ik moet mijn bed nog opmaken.

Davey:

Ik zit nou te werken aan mijn tekening.

Bastiaan:

Wat klinkt die klok toch luid.

Daniel:

Karel:

Die eendjes zijn heel lekker.

De zee, eh, daar gaan we ook nog naar toe.

Joost:

De kikkervisjes zijn veel leuker dan normale kikkers.

 

 

 

 

Een tweede opdracht (fase 2) wordt gegeven en direct aansluitend gaat het gesprek verder:

 

Juf:

Nou zijn we niet meer meneer en mevrouw Van het Een naar het Ander, nou gaan we, als we met elkaar gaan praten, juist niet alsmaar van het een naar het ander.

We gaan het nu hebben over toen het heel hard regende. Wie heeft iets meegemaakt toen het zo hard regende? Als jullie iets meer willen weten, mogen jullie elkaar vragen stellen. Ja, Eijob?

Eyob:

Toen het zo hard regende moesten we zachtjes rijden en stoppen met de auto.

Anna:

En met wie was je in de auto?

Eyob:

Met mijn papa en mama en met mezelf.

Lyla:

In de vakantie ging het zo hard regenen dat er overstroming kwam.

Marlies:

Hoe kwam het dat het steeds zo hard regende?

Lyla:

Weet ik niet.

Joost:

Stroomde het water ook de caravan binnen?

Lyla:

Dat niet, maar wel op de weg.

Bastiaan:

Hoe kwam je uit die overstroming?

 

Tijdens het gesprek helpt de leerkracht de kinderen (fase 3) door kort te reflecteren op wat er gegeven de opdracht van de kinderen verwacht wordt:

 

Davey:

Ik wil jou (de juf) eigenlijk wat vragen.

Juf:

Nou even niet, want dan gaan we terug naar wat we net deden. Dan gaan we van het een naar het ander.

Davey:

Maar ik moet naar de wc.

Juf:

Ja, dan moet je gaan, anders krijgen we hier een overstroming.

(gelach)

Daniel:

Ik was een keer, toen het heel hard regendebuiten met de fiets en toen begon het heel hard te regenen en mijn moeder was niet thuis. Er was niemand thuis en ik moest de hele dag buiten blijven en toen het af was gelopen was ik kletsnat.

 

Als het gesprek gevoerd is, reflecteert zij na afloop (fase 4 reflecteren op het spreken/luisteren) kort op de spreek-luistervaardigheid die in dit gesprek aan de orde was:

 

Juf:

We gaan nu geen vragen meer stellen en niet meer verder vertellen. Dank je wel voor jullie verhalen.

Zijn jullie van het een naar het ander gegaan? Of zijn jullie bij hetzelfde gebleven?

Leerlingen:

Bij hetzelfde gebleven.

 

(In schema gespreksvaardigheid en spreekvaardigheid; deelnemen aan diverse gespreksvormen; bij onderwerp blijven, klas 1)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

              Terug naar schema